Begin april komen we aan op ons land, maar we worden van te voren nog even uitgedaagd. Ik neem je mee in onze komst in de winterwereld!
Er ligt een dik pak sneeuw de dag dat we naar ons land toe rijden. De snelwegen in Zweden gaan prima, maar hoe dichter we bij huis komen, hoe witter de wegen. Ook veranderd het landschap langzaam van landelijk naar bosgebied. Met een vol geladen bus rijden we voorzichtig over de slingerweggetjes en genieten van de steeds meer verwilderde omgeving. We zijn trouwens met onze nieuwe bus, genaamd ‘Fitz’ (afgeleid van het luisterboek ‘Fitz en de Nar’, wat we met veel plezier luisteren onderweg). Fitz heeft al raampjes gekregen, we hebben ‘m behandeld tegen roest en de vloer geïsoleerd. Onze oude beauty van een bus staat te koop (weet je iemand? dank voor het meedenken!).
Op een gegeven moment is er een keuzemoment. De route die minder steil is, “dit moeten we sowieso doen” zeg ik nog tegen Steven. Maar Steven rijdt de afslag voorbij, omdat deze wel heel besneeuwd is en er is hoop dat de andere route misschien beter onderhouden is. Dat blijkt dwaze hoop. Steven achter het stuur beklimt de steilere route en op een gegeven moment wil onze zware Fitz niet verder. Nee, hij glijdt zelfs naar beneden! De handrem erop haalt niks uit en daar gaan we. Niks wat we kunnen doen.
Er moet wel een engeltje op ons schouder zitten, want vlak voor de bus een greppel in dreigt te glijden komt hij tot stilstand. We stappen uit en lopen naar de man die achter ons reed en het gevaarte op zich af zag komen. Hij is echter super kalm. Zweedse inwoners kijken van dit soort praktijken minder op en blijken een bepaald pakket standaard in de auto te hebben liggen om zichzelf te redden.
We vragen de vriendelijke man om een van onze buren te bellen, die bovenaan de helling woont en hij weet direct over wie we het hebben. We weten dat hij kan helpen met zijn 4×4 wagen en tools.
Terwijl we wachten scheppen we zand voor de wielen, zodat Fitz straks grip heeft. Een schep heeft iedereen hier dus standaard in z’n auto liggen. Her en der staan namelijk bakken langs de weg met een grint-achtig zand. Onze bus is vlak naast zo’n bak gestrand.
De beste buur is er binnen enkele minuten en in zo’n stress-situatie ben je extra blij met een bekend gezicht. Ook al zo’n kalm figuur. Hij pakt de spanbanden erbij, terwijl Steven en ik uitvogelen waar in onze bus er een dikke bout verstopt ligt. Onder de rijder-stoel vinden we ‘m en schroeven het aan de bus. Buur verbindt de bus met een boom en terwijl Steven gas geeft trekt hij de spanband strak. Godzijdank komen we uit de benarde situatie. We staan weer rechtop de weg en zakken rustig van de berg om toch maar die andere route te nemen. Buur rijdt voor ons uit. Onze dank is groot en dit zal ons niet snel nog een keer overkomen!
Aangekomen in ons huisje, kunnen we nog niet neerploffen en bijkomen, want het huis is afgelopen winter bewoond door muizen. De actieknop gaat nog even aan, stofzuiger en dweil erdoor. Steven tilt de spullen in de schuur en het huis en heeft daarbij hulp van onze Nederlandse vriend die vlakbij woont.
Eenmaal gesetteld, komt de spanning van het hele glijdende-bus avontuur er nog even uit, eten we nog wat en zinken in een diepe oorverdovend stille slaap.
Balen dat we in de sneeuw aankomen? Nee dat zeker niet, het land in deze staat beleven en lekker spelen in sneeuw, maakt het allemaal waard!
Dankje voor het lezen en tot de volgende!
Liefs,
Nynke
Eén reactie
leef het leven!